Staat van Dienst Willem Hendrik van de Pol, Generaal-Majoor der Infanterie:
09-09-1849: Soldaat vrijwilliger bij het regiment Infanterie ingevolge aanschrijving MvO d.d. 4-9-1849 no. 25b;
06-02-1851: Korporaal;
11-02-1852: Fourier;
21-05-1854: Sergeant;
28-10-1854: Overgeplaatst bij het 7e regiment Infanterie ingevolge aanschrijven van den Heer Generaal-Majoor Kommanderende 4e brigade Infanterie d.d. 24 october 1854 no. 883;
22-11-1856: Benoemd tot 2e Luitenant bij het 5e regiment Infanterie bij Z.M. besluit no. 54;
09-01-1857: Bij Z.M. besluit no. 49 in zijnen rang en ancienniteit overgeplaatst bij het wapen derInfanterievan het Leger in Oost Indië en a la suite van het Koloniaal Werfdepot geplaatst;
29-03-1857: Geëmbarkeerd te Rotterdam aan boord van het schip “Noord Brabant”. Gezagvoerder wasKapitein H.R. Bok. Passagiers: 3 officieren en 200 overigen;
09-04-1857: Vertrokken uit Hellevoetsluis. Residuur: 98 dagen;
18-07-1857: Aangekomen te Batavia en ingedeeld bij het 8e bataljon Infanterie;
10-08-1859: Overgeplaatst bij het garnisoensbataljon der 2e Militaire Afdeeling op Java;
19-02-1860: Benoemd tot 1e Luitenant bij besluit G.G. no. 4;
23-08-1861: Overgeplaatst bij het 4e bataljon Infanterie;
16-06-1864: Idem bij het garnizoensbataljon in de ?? afdeling Borneo;
02-11-1864: Benoemd tot Adjudant bij het Korps bij besluit G.G.no. 3;
29-12-1866: Op zijn verzoek eervol uit opgemelde betrekking ontslagen bij besluit G.G. no. 2;
27-03-1867: Geplaatst bij het 16e bataljon Infanterie;
03-07-1867: Benoemd tot Kapitein bij besluit G.G. no. 2;
03-03-1869: Overgeplaatst bij het 17e bataljon Infanterie;
04-05-1870: Idem bij het 15e bataljon Infanterie;
21-05-1870:Twee jaren verlof naar Nederland verleend bij besluit G.G. no. 4;
05-10-1872: Van verlof terug met het stoomschip “Prins van Oranje”vertrokken uit Nieuwediep. Gezagvoerder was Kapitein E.W.Fabricius. Passagiers: 3 officieren en 100 overigen;
12-11-1872: Aangekomen te Batavia. Reisduur: 38 dagen;
18-12-1872: Geplaatst bij het 12e bataljon Infanterie;
14-04-1875: Overgeplaatst bij het 15e bataljon Infanterie bij dispensatie no. 33;
09-05-1875: Idem bij het Garnizoens bataljon Sumatra’s westkust bij dispensatie no. 12;
Bij Kb van 27-7-1889 nr. 13 bevorderd tot Generaal-Majoor der Infanterie.
Decoratiën, enz.:
05-12-1872: het onderscheidingsteeken toegekend voor langdurige Nederlandse dienst als officier;
06-10-1874: Eervolle vermelding als hebbende zich onderscheiden bij de 1e expeditie tegen het Rijk Atjeh bij Z.M. besluit no. 10 en benoemd tot Ridder Militaire Willems Orde der 4e klasse;
01-01-1920: Gepensioneerd in de rang van Generaal-Majoor der Infanterie met een pensioen van fl. 8.400,-per jaar.